Polderbemaling
Risoris van der Kooij en Willem Stigter
Achtermiddenweg 2 en 4, 2445 AA Aarlanderveen
Kortsteekterweg 24, 2407 AG Alphen a/d Rijn
Kerkvaartsweg 61, 2445 AC Aarlanderveen
Rijksmonument
Molen nr. 1, ook wel aangeduid als de ondermolen, is oorspronkelijk gebouwd in 1786. Het bestek en de tekeningen van de molen werden vervaardigd door de molenmakers Risoris van der Kooij en Willem Stigter, van wie de laatste een timmermanszaak en molenmakerij in het Zuideinde in Aarlanderveen had.
De bouw werd aangenomen door de molenmakers Arij van der Straaten uit Boskoop en Willem van der Star uit Nieuwerbrug voor 10.795 gulden en de metselaar Leendert van der Starre uit Zevenhuizen voor 2.295 gulden. Deze oorspronkelijke molen is op 4 februari 1924 afgebrand. De huidige molen is in hetzelfde jaar geplaatst door de Aarlanderveense molenmaker H.W.C. Vergunst. Deze molen stond oorspronkelijk in de Binnenwegsepolder bij Bleiswijk. In 1956 werd het scheprad verdiept als gevolg van achtereenvolgende peilverlagingen; bij de bouw in 1786 lag het polderpeil een meter hoger dan nu.
Molen nr. 2, ook wel aangeduid als de middenmolen, werd oorspronkelijk gebouwd in 1786. Het bestek en de tekeningen van de molen werden vervaardigd door de molenmakers Risoris van der Kooij en Willem Stigter. In november van dat jaar werd de bouw aangenomen door molenmaker Dirk Spruijtenburg uit Oude Wetering voor 9.500 gulden. Het metselwerk werd uitgevoerd door Leendert van der Starre uit Zevenhuizen. De molen brandde op 28 oktober 1868 af. Al op 14 november 1868 vond de aanbesteding van de nieuwe molen plaats. De herbouw vond plaats in 1869 door de molenmaker Willem Frederik Looman jr voor bijna 14.000 gulden. Omdat Looman uit Deventer kwam, wijkt de uitvoering van veel constructiedetails af van het gebruikelijke in deze streek. Het meest karakteristiek zijn de ronde bogen boven beide toegangsdeuren; binnen vallen de vrij korte veldkruisen op, die meer doen denken aan een korenmolen.
Molen nr. 3 werd oorspronkelijk gebouwd in 1786 door de molenmaker Gerrit van Eijk uit Korteraar voor 9.150 gulden. Het bestek en de tekeningen van de molen werden vervaardigd door de molenmakers Risoris van der Kooij en Willem Stigter. Het metselwerk werd door Leendert van der Starre, metselaar te Zevenhuizen, uitgevoerd voor 2.045 gulden. De molen brandde af in juli 1823 en op 20 augustus van hetzelfde jaar werd de herbouw aangenomen door Johannis Damen Dzn. uit Etten-Leur voor 9.999 gulden. Op de uit 1786 daterende veldmuren werd een geheel nieuwe molen gebouwd.
Voor het laatst en diepst uitgeveende gedeelte bleek in 1801 nog een vierde molen nodig, de Putmolen genaamd. Molen nr. 4, staat apart van de overige drie op rij staande molens. De molen bemaalt een lager gelegen deel van de polder, de zogenaamde Put, waarin nog turf werd gewonnen nadat het hogere deel van de polder al droog gemalen was. De Put heeft een oppervlakte van ruim 100 hectare. Deze vierde molen werd in 1801 voor 22.000 gulden gebouwd door Jan de Bruijne uit Gouda en Leendert van Leeuwen uit Aarlanderveen van wie de laatste overigens geen ervaring had als timmerman of molenmaker.
Bovenstaande informatie en veel over de geschiedenis van de molen viergang valt te lezen op de website van de molenviergang: http://www.molenviergangaarlanderveen.nl/molenviergang/geschiedenis